Lees de tekst en maak de vraag |
0 | 0 | ||||||
Het is negen uur en tijd voor rekenen. De juf legt de sommen op het bord uit. Dan mogen de kinderen aan de slag. Hanna vindt het nog een beetje moeilijk. Victor mag haar helpen. De rekenles duurt een uur. | ||||
Hoe laat beginnen ze met rekenen? |
negen uur |
half negen |
acht uur |
Wil je je scores bijhouden en stickers verdienen? Maak dan een leerling account aan.