Lees de tekst en maak de vraag |
0 | 0 | ||||||
De bakker staat elke dag om vijf uur op. Dan bakt hij verse broden. De bakker maakt ook taarten en gebakjes. Cindy vindt witte broodjes het lekkerst. Sofie houdt meer van krentenbollen. De bakker maakt voor ieder wat wils. | ||||
Over wie gaat de tekst? |
de bakker |
de slager |
de groenteboer |
Wil je je scores bijhouden en stickers verdienen? Maak dan een leerling account aan.