Lees de tekst en maak de vraag |
![]() |
0 | 0 | |||||
Kim heeft vrij. De zon schijnt. Ze gaat naar het strand. Ze heeft een schep mee. Kim maakt een kuil. Ze zwemt ook nog in de zee. | ||||
Over wie gaat de tekst? |
Kim |
Pim |
Mark |
Wil je je scores bijhouden en stickers verdienen? Maak dan een leerling account aan.