Lees de tekst en maak de vraag |
![]() |
0 | 0 | |||||
An duikt in de zee. Ze ziet een haai en een vis. Ze zwemt vlug weg. Dan ziet ze een krab. Hij zit in het zand. An kijkt goed naar hem. | ||||
Wie duikt in de zee? |
Ans |
An |
Ad |
Wil je je scores bijhouden en stickers verdienen? Maak dan een leerling account aan.