Lees de tekst en maak de vraag |
0 | 0 | ||||||
Het is al laat. De klok slaat tien uur. Fred ligt in bed. Hij viel nog niet in slaap. Hij kijkt door het raam. Daar ziet hij de maan. | ||||
Hoe laat is het? |
elf uur |
twaalf uur |
tien uur |
Wil je je scores bijhouden en stickers verdienen? Maak dan een leerling account aan.