Lees de tekst en maak de vraag |
0 | 0 | ||||||
Tim zijn brood valt op de grond. Nu is de vloer vies. Tim veegt het op. Hij maakt de vloer weer schoon. Tim neemt een hap van zijn brood. Straks veegt hij weer. | ||||
Over wie gaat de tekst? |
Tim |
Tom |
Tijn |
Wil je je scores bijhouden en stickers verdienen? Maak dan een leerling account aan.