Lees de tekst en maak de vraag |
0 | 0 | ||||||
Wim heeft een doos. De doos is dicht. Wim tilt de doos op. De doos voelt leeg. Dan kijkt Wim in de doos. In de doos ligt een veer. | ||||
Wat heeft Wim? |
een pot |
een bak |
een doos |
Wil je je scores bijhouden en stickers verdienen? Maak dan een leerling account aan.