Lees de tekst en maak de vraag |
![]() |
0 | 0 | |||||
Hans is een reus. Hij is groot en sterk. Hij woont op een berg. Hans heeft een vrouw. Zij heet Miek de reus. Ook Miek is heel groot en sterk. | ||||
Hoe heet de reus? |
Hans |
Henk |
Teun |
Wil je je scores bijhouden en stickers verdienen? Maak dan een leerling account aan.