Lees de tekst en maak de vraag |
0 | 0 | ||||||
In de grot woont een draak. De draak is groot en rood. Hij spuwt ook vuur. De draak is bij een schat. Geen mens komt langs de draak. De schat blijft diep in de grot. | ||||
Waar woont de draak? |
in de grot |
in de kerk |
op een berg |
Wil je je scores bijhouden en stickers verdienen? Maak dan een leerling account aan.