Lees de tekst en maak de vraag |
0 | 0 | ||||||
Mark is in de tuin. Hij speelt met zijn hond. Mark gooit de bal. Zijn hond haalt de bal. De bal is rood. | ||||
Waar speelt Mark? |
in de tuin |
in een hok |
in het huis |
Wil je je scores bijhouden en stickers verdienen? Maak dan een leerling account aan.