Lees de tekst en maak de vraag |
![]() |
0 | 0 | |||||
Daan is een uil. Hij zit in de boom. Hij kijkt naar een muis. De muis loopt door het bos. Dan ziet Daan een rups. De rups kruipt naar Daan toe. | ||||
Wat is Daan? |
een rups |
een uil |
een muis |
Wil je je scores bijhouden en stickers verdienen? Maak dan een leerling account aan.